Afweging 2. Heb ik een vermoeden van / is er sprake van acute en/of structurele onveiligheid?

Acute onveiligheid

Definitie

Een persoon is in direct fysiek gevaar, diens veiligheid is de komende uren/dagen niet gegarandeerd en hij of zij heeft direct bescherming nodig. Dit om te voorkomen dat er (meer) fysiek letsel en/of ernstige mentale schade ontstaat.

Toelichting

Bij het afwegen van signalen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling schat de professional allereerst en voortdurend in of een betrokkene in acuut (levens)gevaar is. Dit betreft fysiek of seksueel geweld (met of zonder letsel) of, in geval van kinderen of (zorg)afhankelijke volwassenen, de áfwezigheid van de meest basale verzorging (waaronder eten, drinken, kleding en onderdak) en bijvoorbeeld ook het onnodig toedienen van (medische) middelen of onthouden van noodzakelijke medische hulp of het verrichten van onnodige zorg of nalaten van benodigde zorg. De professional vraagt zo nodig een (forensisch) medisch expert, bijvoorbeeld op het gebied van letselduiding, om het vermoeden van acute onveiligheid te onderbouwen.

Vragen ter afweging

  • Verkeert een van de betrokkenen in direct (levens)gevaar?
  • Is er ernstig letsel met een vermoeden dat dit is toegebracht, of een poging daartoe?
  • Is er sprake van mensenhandel (zoals uitbuiting of gedwongen prostitutie)?
  • Is er sprake van het in gevaar brengen van kinderen en kwetsbare volwassenen als gevolg van excessief middelenmisbruik en/of een acute psychische crisis van de verantwoordelijke ouder/partner/verzorger?
  • Is er een acute dreiging om zichzelf én een naaste (waaronder (ex-)partner, kinderen of een familielid) te doden, ernstig letsel toe te brengen of hun vrijheid te benemen (ontvoering, familiedrama, eerwraak, huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking)?
  • Is er sprake van geweld of verwaarlozing leidend tot verminkingen, handicaps of de dood bij een lid van het cliëntsysteem?
  • Is er sprake van fysieke verwaarlozing die acuut de gezondheid bedreigt van zeer jonge kinderen, volwassenen met een beperking, ouderen of anderen in een zorgafhankelijke situatie?
  • Is er sprake van een (herhaalde) suïcidepoging van een ouder van een minderjarig kind dat zorgafhankelijk van hem of haar is en is er geen andere verzorger voor het kind?
  • Heeft de (mogelijke) pleger van het geweld direct toegang tot het slachtoffer, of is het slachtoffer in een zorgafhankelijke positie van de pleger?
  • Is er sprake van recent gewelddadig gedrag zoals verwondingen die medische behandeling of medisch sporenonderzoek behoeven (bijvoorbeeld: poging tot wurging, bedreiging met een wapen, seksueel geweld/misbruik)?

Voorbeelden

Onderstaande lijst bevat een aantal, niet uitputtende voorbeelden van situaties van acute onveiligheid.

  • Vermoeden op (ernstig) toegebracht letsel bij personen vanaf -9 maanden of een poging daartoe dat als teken van onveiligheid wordt ingeschat. Daaronder vallen tenminste alle letsels die medische behandeling behoeven.
  • Poging tot verwurging.
  • (Vermoeden van) seksueel misbruik of seksueel geweld of seksuele exploitatie door iemand uit de huiselijke kring of door iemand tot wie het slachtoffer in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, en een reële kans op herhaling of onvoldoende zicht daarop.
  • Acute bedreiging door een ouder/verzorger om een naaste (waaronder (ex)-partner, kinderen of familielid) te doden, ernstig letsel toe te brengen of hun vrijheid te benemen (opsluiting, familiedrama, eerwraak, vrouwelijke genitale verminking (VGV)).
  • Onthouden van direct noodzakelijke zorg, voedsel, medicatie, huisvesting en hulpmiddelen waardoor de gezondheid acuut wordt bedreigd.
  • Als een ouder/verzorger (medische) klachten/aandoeningen bij een minderjarige/ (zorg)afhankelijke volwassene of oudere verzint, (medische) onderzoeksgegevens of bestaande klachten en afwijkingen vervalst of in het kader van een onderzoek bewust selectief verstrekt of (medische) klachten en afwijkingen die acuut de gezondheid bedreigen, daadwerkelijk veroorzaakt.
  • Door het slachtoffer of ouder/pleger zelf onthullen van – en/of hulp vragen voor – een situatie van actuele kindermishandeling en of huiselijk geweld waar hulp onvoldoende oplossing voor biedt.
  • Een acuut onveilige situatie ontstaat of zorg dreigt weg te vallen voor een minderjarige of (zorg)afhankelijke volwassene of oudere vanwege een (dreigende) suïcide, automutilatie, acuut psychiatrisch beeld, intoxicatie door alcohol en/of drugs door ouder/verzorger.
  • Noodgedwongen vlucht van huis door (dreiging van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
  • Gebruik van alcohol/drugs door zwangere of huiselijk (fysiek) geweld richting zwangere dat acuut de gezondheid van de zwangere en/of de ongeborene bedreigt.
  • Blootstellen van een kind aan oorlogsgeweld door te gaan wonen in een oorlogsgebied en/of zich aan te sluiten bij een groepering die aan strijd in oorlogsgebied deelneemt. 

Onthulling/disclosure

Definitie

Het zelf onthullen van – en/of hulp vragen voor actuele kindermishandeling en/of huiselijk geweld door het slachtoffer of de pleger (disclosure).

Toelichting

Een specifieke vorm van acute onveiligheid is ‘disclosure’. We spreken van ‘disclosure’ (ook wel onthulling genoemd) als slachtoffers, kinderen en/of volwassenen, uit zichzelf een professional om hulp vragen bij huiselijk geweld of kindermishandeling, of zich hierover uiten zonder hulp te vragen. Dit betekent veelal dat het slachtoffer een acute crisis ervaart en vreest voor de veiligheid en/of het welzijn van zichzelf of gezinsleden.

Vragen ter afweging

  • Is er sprake van een uitspraak die wijst op een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling?
  • Gaat het over een situatie in het verleden of over een actuele situatie? Is het kind of de zorgafhankelijke volwassene nu veilig?
  • Is er een sprake van een acute noodzaak voor medische zorg en/of sporenonderzoek?
  • Is er bij de minderjarige of een zorgafhankelijke volwassene sprake van bij het verhaal behorend gedrag dat wijst op een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling?

Structurele onveiligheid

Definitie

Er is sprake van herhaling of voortduren van onveilige situaties of situaties van geweld die de gezondheid, het welzijn of de ontwikkeling bedreigen.

Toelichting

  • Een voorgeschiedenis van huiselijk geweld of kindermishandeling is de belangrijkste voorspeller voor herhaling en of voortduren van onveiligheid (bij pleger en slachtoffer) in de toekomst.

Vragen ter afweging

  • Is er sprake van eerder (aangetoond) huiselijk geweld of kindermishandeling binnen het gezin of huishouden?
  • Is er gedurende enkele weken of langer sprake van geweld of andere onveilige situaties tussen leden in een gezin of huishouden?
  • Is er sprake van structurele, inadequate of inconsequente basiszorg (onderdak, kleding, voeding, persoonlijke spullen en speelgoed) door een onvoldoende of onregelmatig inkomen om hierin te voorzien?
  • Ondergaan de kinderen of een kwetsbare volwassene structureel emotioneel en/of psychisch geweld, zoals: onvoldoende affectie, vernedering, voortdurend negatieve benadering, opsluiting, verbale intimidatie, ernstige strijd tussen ouders, kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld of bedreigingen?
  • Is er sprake van (een vermoeden van) seksueel misbruik van minderjarige kinderen?
  • Is er sprake van seksueel wervend gedrag door kinderen of ander niet- leeftijdsadequaat seksueel gedrag?
  • Zijn er seksuele of gewelddadige filmpjes van een kind in omloop die tegen zijn/haar wil zijn gemaakt en die leiden tot chantage en/of pesterijen?
  • Is er sprake van dwangmatig controlerend geweld waarbij een van de partners intimidatie en controle uitoefent over de ander?
  • Is er sprake van escalerend en zich herhalend geweld na een echtscheiding, bijvoorbeeld in de vorm van stalking door een van de ex- partners?
  • Zijn de ouders onvoldoende in staat hun kinderen te beschermen tegen geweld, (seksueel of financieel) misbruik of uitbuiting door derden, of initiëren ze dit?
  • Is er sprake van een patroon van geweld (geweldsspiraal), waarbij oplopende spanningen uitbarsten in geweld en de partners daarna proberen het weer goed te maken, tot de spanningen opnieuw oplopen?
  • Is er sprake van psychische problematiek, verslavingsproblematiek, agressieproblematiek of andere problemen bij volwassenen die kunnen leiden tot een gewelddadige reactie naar andere leden in het cliëntsysteem bij oplopende spanning?
  • Is er sprake van (zich herhalend) geweld in een cliëntsysteem dat zorg mijdt, veelvuldig verhuist of ‘shopt’ langs allerlei instellingen?
  • Is er sprake van een overbelaste mantelzorger die gedurende langere tijd (enkele weken of langer) verbaal of lichamelijk geweld gebruikt tegenover de volwassene die zorgafhankelijk van hem of haar is?
  • Is er sprake van financiële uitbuiting door een betrokkene/familielid van een zorgafhankelijke volwassene?

Voorbeelden

  • Onderstaande lijst bevat een aantal illustratieve, niet uitputtende voorbeelden van situaties van structurele onveiligheid.
  • Minderjarigen en ongeboren kinderen die opgroeien bij ouders met zodanig ernstige problematiek ten gevolge van onder andere verstandelijke beperking, middelenverslaving, psychische problematiek dat de fysieke en psychische veiligheid van het kind bij herhaling en/of voortdurend wordt bedreigd en de ontwikkelmogelijkheden van deze minderjarigen structureel ingeperkt worden.
  • Vergelijkbare situaties met (zorg)afhankelijke volwassenen en/of ouderen.
  • Kinderen die stelselmatig getuige zijn van huiselijk geweld.
  • Psychische en/of fysieke mishandeling door escalerende vormen van langdurige stalking in partnerrelaties.

Afweging 3. Ben ik in staat effectieve (passende) hulp te bieden of organiseren?

Binnen de mogelijkheden van het beroep, de eigen kennis en/of deskundigheid, de organisatie waar hij werkt en persoonlijke omstandigheden weegt de professional of hij zichzelf voldoende in staat acht op dat moment te handelen naar de onveilige situatie of de vermoedens daarvan. Het is belangrijk na de melding in gezamenlijk overleg met Veilig Thuis te kijken welke hulp nodig is en wie wat kan bieden.

Vragen ter afweging

  • Heeft de professional de mogelijkheid indien nodig het slachtoffer in veiligheid te brengen?
  • Zijn er duidelijke afspraken over de veiligheid met het cliëntsysteem en de betrokken professionals te maken?
  • Is er voldoende zicht op onveilige gebeurtenissen in het verleden?
  • Voelt de professional zich voldoende deskundig en bekwaam om veiligheid te bewerkstelligen, al dan niet in samenwerking met anderen?
  • Kan de professional de eventuele spanning die bij de situatie komt kijken hanteren?

Afweging 4. Werken de betrokkenen mee aan de geboden of georganiseerde hulp?

De professionals schat in en monitort of zijn inzet tot beweging bij de betrokkenen leidt. En of hij in afstemming met andere betrokken professionals aan de slag kan.

Vragen ter afweging

  • Zijn de betrokkenen, alle leden van het cliëntsysteem en het bredere netwerk van (informele) steunfiguren, bereid en in staat de voorgestelde hulp direct aan te gaan?
  • Hebben alle betrokkenen en de betrokken professionals de focus op het stoppen van geweld en een (duurzaam) herstel van de veiligheid?
  • Wordt er door alle betrokkenen gewerkt aan het herstel van directe veiligheid en het wegnemen van de oorzaken van het geweld?
  • Is de hulp gericht op het versterken van de veerkracht en het herstel van de schade die is veroorzaakt door (de dreiging van) huiselijk geweld of kindermishandeling bij de betrokkene(n)?
  • Er is sprake van een gezamenlijke analyse en een risicogestuurd zorg- en herstelplan met doelen en evaluatiemomenten?
  • Is dit plan op maat gemaakt met alle betrokkenen van het gezin of huishouden, waarbij de doelen van begeleiding en/of hulpverlening helder zijn gesteld?
  • Indien meerdere professionals betrokken zijn: zijn er voor iedereen bekende afspraken over samenwerking en casusregie op de veiligheid en de (en multidisciplinaire) hulpverlening?

Afweging 5. Leidt deze hulp tot duurzame veiligheid?

Een professional die hulp biedt of organiseert om betrokkenen te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling weegt telkens af of de onveiligheid daadwerkelijk stopt of zich herhaalt, ondanks de aanwezigheid van een veiligheidsplan en zorg/herstelplan.

Vragen ter afweging

  • Stopt het geweld niet binnen de verwachte termijn?
  • Is de problematiek (nog) ernstiger dan verwacht?
  • Worden de gestelde doelen niet behaald binnen de verwachte termijn?
  • Loopt de uitvoering van het veiligheids- en/of hulpverleningsplan vast?
  • Is er specifieke expertise nodig?